Maurice de Kleer is door het algemeen bestuur van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) voorgedragen als... lees meer
De bestuurder is van huis uit mbo'er bouwkunde en gediplomeerd aannemer. In 1993 start hij een onderneming, die zich richt op het inrichten en verbouwen van supermarkten. Samen met zijn echtgenote, die oorspronkelijk verpleegkundige is, bezit de man (via een stichting) alle aandelen van het bouwconcern dat vanaf 2005 uit in totaal 13 bv's bestaat. De man en zijn echtgenote zijn de bestuurders van de bv's. Het concern heeft in 2007 circa 85 werknemers in dienst met een totale omzet van ruim EUR 12 miljoen. Daarna gaat het snel minder. Eind 2008 wordt de concernholding op eigen verzoek failliet verklaard. In geschil is of de man door de Belastingdienst terecht aansprakelijk is gesteld voor de belastingschulden. Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt de fiscus in het gelijk. De man gaat in hoger beroep.
Hof Den Bosch oordeelt dat de man en zijn echtgenote leken op financieel gebied zijn en dat daarom van hen niet in redelijkheid kan worden verlangd dat zij zelf de financiële en fiscale administratie en de interpretatie daarvan doorgronden. In casu werd de administratie gedaan door het Hoofd boekhouding met een SPD-diploma, bijgestaan door vier medewerkers, en een externe accountant. Het feit dat - achteraf beoordeeld - deze deskundigen zich niet voldoende van hun taak hebben gekweten, kan de bestuurder niet worden tegengeworpen. In 2007 was sprake was van hoge onvoorziene bijzondere lasten, waaronder schadeclaims van opdrachtgevers en een interimmanager, die de bestuurder en zijn echtgenote noopten uit eigen middelen ruim EUR 600.000 in de zaak te steken. Ook voor het overige zijn er geen aanwijzingen voor kennelijk onbehoorlijk bestuur. Het beroep van de man is gegrond.